Waarom is het zo afschuwelijk om 5 kilometer keihard te rennen?

‘Ik weet niet of mijn omslagpunt klopt, ik ben niet de hele 5 kilometer voluit gegaan,’ Mare is terug op het clubhuis omdat ze bij de omslagpunttest haar OV-chipkaart was vergeten.

Met haar OV-kaart in de hand vraagt ze wat haar halve-marathon-hartslag is.

Op 5 november liep er vanuit het clubhuis een groepje lopers naar het Amsterdamse Bos om daar 5 kilometer zo hard mogelijk om de bosbaan te lopen. Mare gaat een halve marathon lopen en om haar hartslag te bepalen wil ze haar omslagpunt weten*.

Nu twijfelt ze of het omslagpunt wel klopt, want ze heeft niet alles gegeven.

Het is een betrouwbare manier om je omslagpunt vast te stellen: 5 kilometer zo hard mogelijk lopen. Om een 5 kilometer zo hard mogelijk te lopen, moet je hard starten. Als je na 3 kilometer kunt versnellen, ben je te langzaam gestart. Heb je na 2 kilometer spijt, dan gaat het goed. Het klinkt ongemakkelijk en de aanmoediging om zo hard te starten, roept vaak weerstand op.

Mare is een loopster die met haar zus volgend jaar maart de halve marathon in Leek gaat lopen. Een tijd tussen 2 uur en 2 uur en tien minuten is het uitgangspunt; ze starten samen en het is leuk ze een groot gedeelte samen te blijven. Om goed voorbereid en goed uitgerust aan de start te staan, wil ze de komende maanden wat gerichter trainen. Op hartslag.

Dus kwam ze voor een omslagpunttest naar het clubhuis.

De eerste twee kilometer praatte ze nog wat en toen Mark haar inhaalde en opzweepte om zo hard mogelijk te lopen, ging ze ruim een kilometer met hem mee. Praten lukte niet meer en hijgend liet ze Mark de laatste kilometer weer weglopen.

Waarom is het zo moeilijk om 5 kilometer volle vak te gaan?

Mare gebruikt de hartslag die ze in haar snelle kilometer aantikte, als omslagpunt. Dat is voor nu een prima vertrekpunt.

‘Vijf kilometer vond ik te ver, dus ik nam me voor om in ieder geval een kilometer zo hard mogelijk te gaan,’ vertelde ze later.

Het ís ook ver; 5 kilometer zo hard mogelijk lopen. Toch is het om verschillende redenen de moeite waard om het af en toe te doen.

8 november – drie dagen ná Mare – was ik zelf bij AVA Aalsmeer om een vijf kilometer te lopen. Het was mijn allereerste wedstrijd op een atletiekbaan. Samen met KBoomers Eline, Mark, Albert en Koen van Leeuwen meldden we ons in de kantine voor een startnummer. In het licht van de lichtmasten zien we de regen naar beneden komen en het waait hard. Bas Stigter corrigeert me en zegt met een grijns dat ik geen 5 kilometer ga lopen, maar 5000 meter. Zo heet dat op de baan.

Met een groepje van 20 lopers die 3000 of 5000 meter gaan lopen op de baan, is er voorpret en voorvrees. Het heeft iets gezelligs en er is een onuitgesproken saamhorigheid op de baan. Tegelijkertijd is een 5000 meter een geniepig zware afstand. Ongemakkelijk hard starten en na twee kilometer nog drie kilometer pijn lijden. Op een natte, winderige baan in Aalsmeer. We hadden ook onder een dekentje op Netflix kunnen kijken hoe Robbie Williams het zichzelf lastig maakt, in plaats van zelf een lastige avond tegemoet te treden.

Deze maanden ben ik niet in de beste vorm van mijn leven om 5 kilometer te lopen, ik volg een nieuwe ademcoachopleiding, doe zelf veel oefeningen en mediteer. Lopen is duidelijk geen prioriteit op het moment. Maar het is verrukkelijk/verschrikkelijk om op de baan te hard te starten en na twee kilometer te proberen om de schade te beperken.

Voldaan en tevreden drinken we nog wat in de kantine. Mijn critical power is weer bijgewerkt (het omslagpunt als je loopt op vermogen) en ik voel weer dat mediteren heerlijk is voor ontspanning en zweven en dat hardlopen heerlijk is voor aarden en kracht.

Voelen dat je leeft. Ervaren dat er veel kracht en kennis zit in je eigen lichaam.

Mare gaat de halve marathon in Leek heerlijk lopen. Op een hartslag rond 150. Ze geniet van de omgeving en kletst vermoedelijk wat bij met haar zus. Na de finish kan het in maart 2024 drie kanten opgaan:

1. Of ze loopt na de halve marathon een tijd niet. Het doel is weg, dus ze bergt de loopschoenen (tijdelijk) op.
2. Of ze denkt: dit was heerlijk, ik ga op deze voet verder voor nog een halve marathon, of zelfs een hele. Snel inschrijven voor een evenement in de zomer.
3. Of er is iets aangewakkerd en ze denkt: wauw, dit ging goed, nu wil ik sneller worden. De volgende halve marathon wil ik onder de twee uur lopen.

Het is allemaal goed.

Op naar mooie halve marathons en geniepige 5 kilometers.

*In het boek De Hardlooprevolutie staan tabellen. Met je omslagpunt kun je zo nauwkeurig vaststellen op welke hartslag je een halve of hele marathon kunt lopen.