Koen blogt: Vogels kijken
De eerste keer dat ik bewust een training als ‘vogels kijken’ bestempelde, werd het niets. Na een jaar in Spanje op niveau gefietst te hebben had ik een halfjaar niet getraind. In Amsterdam deed ik alles wat ik als wielrenner niet mocht en de fiets stond te verstoffen in de trapkast. Na zes maanden had ik ‘s nachts hartkloppingen en ‘s ochtends last van somberte, dus er moest iets gebeuren. Op zondag stapte ik op de racefiets voor een rondje in plaats van de stadsfiets naar café De Blaffende Vis.
Help ik word ingehaald
Ik wist dat ik rustig moest beginnen met een training die ik tegenwoordig vogels kijken noem. Dat is gewoon heel rustig fietsen. Dus ik pompte mijn bandjes op en reed rustig Amsterdam uit via Noord. Op de dijk bij Durgerdam ging het mis. Links van me hoorde ik gehijg en ik keek over mijn schouder. Daar werd ik ingehaald door een man op een mooie Pinarello. Met haar op de benen en twee roodaangelopen vrienden in zijn wiel.
Ik dacht er geen seconde bij na, schakelde bij en sprong in het wiel van de laatste. Na drie kilometer zakte het tempo van 35 km/uur langzaam naar 34 en nog een kilometer later naar 33. De twee die in het wiel zaten bij Pinarello namen niet over. Dus ik schakelde bij, haalde het drietal in en ging op rijden met 37 km/uur. ,Dat zal ze’, dacht ik in het wilde weg.
Het is koers
Na twee kilometer liepen mijn benen vol. ,Eikel’, dacht ik bij mezelf, ,je hebt een halfjaar niet gefietst, wat denk je wel’. Na deze gedachte schakelde ik een tandje bij en ging 38 km/uur rijden. Dat lijkt voor niet-wielrenners misschien niet logisch, maar de meeste wel-wielrenners hadden hetzelfde gedaan. Een kilometer verder en zuur tot in mijn oren werd ik ingehaald door Pinarello. ,Klasse’, hijgde hij in het voorbijgaan, ,we zijn los’. Ik keek achterom en verdomd we hadden een gat. ,Perfect’, antwoordde ik, ,rije.’
We reden kilometers lang kop over kop tot Monnickendam. Ik gloeide van trots, ik zat in de kopgroep. In Monnickendam kneep Pinarello in de remmen. ,Hier wacht ik, anders zie ik ze niet meer terug vandaag.’ Ik knikte en zwaaide slapjes door mijn rechterarm van het stuur te tillen.
Ik peddelde rustig naar huis en pas op het pondje bij Amsterdam Noord realiseerde ik me dat mijn training eigenlijk vogels kijken zou zijn. Een rustige training om de spieren en de voorraden rustig te laten wennen. Volgende keer dan maar, nam ik me voor. De weken daarna herhaalde dit patroon zich wekelijks. Ik nam me voor om rustig te fietsen maar werd altijd ingehaald door fietsers of een brommer. En dan sloot ik toch aan en kwam van rustig trainen niets terecht.
Forensen
In die weken won ik snel aan spierkracht en mijn hartkloppingen verdwenen. Toch bleef ik ook snel hangen op hetzelfde niveau. Om een sprongetje te maken in energie en vorm moest ik beginnen bij de basis. Rustig trainen. Deze training ging ik daarom combineren met forensen. Door naar mijn werk te fietsen (24 kilometer heen) had ik een ander doel dan het fietsen zelf en dus kon ik makkelijker rustig aan doen. De eerste keer reed ik in mijn hartslagzone D1 slechts 24 km/uur. Dit liep snel op naar 30 km/uur. Het duurde niet lang of vogels kijken werd mijn favoriete training. Laatst fietste ik met iemand die met zijn vriendin fietste bij wijze van vogels kijken. ,Werkt ook heel goed’, verzekerde hij.
Wil je wekelijks het nieuwste blog, aankondiging van webinars, meer interessante kost je mailbox? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Zo herkenbaar, ik fiets iedere dag en neem mij vaak voor eens rustig te fietsen. Ik heb immers niets te bewijzen toch lukt het maar niet, zelfs niet op de tacx
Hallo Koen,
Dat competitieve herken ik zeer goed. Op mijn stadsfiets vond ik ingehaald worden verschrikkelijk en als ik een erg snelle fietser zelf inhaalde moest ik zeker ook voor blijven natuurlijk. Niet handig als je daarna op je werk zit. Op m’n racefiets of mountainbike was dat een graadje erger.
Dat vogels kijken heb ik op een aparte manier moeten leren, ik kreeg namelijk lymfeklierkanker. Tijdens en na de succesvolle chemokuren ben ik blijven sporten (met dank aan Tegenkracht). Acceptatie dat iets op een moment niet sneller kon was de start, ervaring dat mijn conditie hierdoor toch goed vooruitging volgde. Nu ben ik, vind ikzelf, weer op een goed niveau en wil in 2014 een kwart- triathlon doen. De rustige trainingen blijven er zeker in, af en toe natuurlijk ook wat snelheid 🙂
Mooi stuk Koen. En deels herkenbaar. Ik weet echter dat ik die echte lange duurtrainingen in zone D1 nodig heb om lange wedstrijden (ATB-marathons) redelijk uit te kunnen rijden. Ik gebruik hiervoor: mijn hartslag meter en fietsen met mijn vrouw. Ook de wilskracht om terug te schakelen als bij wind tegen toch mijn hartslag te hoog gaat
In die lange duurtrainingen (> 4 uur) ook 5-10 minuten blokjes D3 ter afwisseling.
En stukjes lezen zoals jij schreef ter bevestiging dat dit echt goed is en moet
Op dit moment doe ik het weer 1 a 2 keer per week – in aanloop naar HvH-DH
Dank voor je reactie Wim. Trainse voor de HvH – DH,
Groet,
Koen.
Dit jaar getraind voor de hele triathlion 14 september in Almere. Onder het motto woe niet langzaam kan, kan ook niet hard, veel lage hartslag duurtrainingen gedaan. Zowel boor het zwemmen, fietsen als hardlopen. Afgewisseld met snelle trainingen. Vooruitgang aanzienlijk! Dus vogeltjes kijken werkt met de variatie snelheid en kracht!
Ik was in het begin ook zo n ruwe fietser/wielrenner in het begin. Toen ik me als doel stelde voor een podiumplek te gaan op de World Transplant Games heb ik heel de winter .’vogeltjes gekeken’ en in het voorjaar intensiteit opgebouwd. Resultaat; 3e in tijdrit en 2e in wegwedstrijd! Vogels kijken is leuk!