Marathon Valencia: doel wel/niet gehaald?

Zondag 4 december om 8:15 was de start van de marathon van Valencia.

Het was een belevenis op zich.

Nog niet eerder stond ik bij start van een grote marathon vooraan. Op een geel nummer stond KOEN onder nummer 1400. In het vak bij de elite mannen stonden om me heen allemaal smalle bekkies en singletjes met nummers onder de 2500. Het startschot klonk en ik wist niet wat me overkwam. Honderden lopers (dus niet een overmoedige enkeling) die bij de start van de marathon meteen weglopen met een tempo van 3:31 /km.

Een uur eerder was ik van het hotel vertrokken. Er ging een bus van het hotel naar de start en er waren lopers die wandelend naar de start gingen. Ik liep alleen naar de start. Door het schitterende park van Valencia liep ik twee kilometer warm. Een paar versnellingen naar 286 watt. Om me heen veel lopers. Sommigen gehuld in een oude capuchontrui  anderen in een vuilniszak. De route van het hotel naar startvak geel was 2 kilometer. Ik was warmgelopen, ik was mooi op tijd, mijn benen voelden goed, het plan was simpel: een mooi groepje vinden dat tussen 3:30 /km en 3:33 /km liep.

Alles verloopt zoals gehoopt

De wegen zijn breed, genoeg snelle lopers om me heen, perfect weer, veel mensen langs de kant.

285. 284. 287. 286. 288. 289. 285.

De gemiddelde vermogens per kilometer schommelen keurig tussen 282 en 290 watt, zoals gepland.

De tussentijden zijn zoals gehoopt. Op mijn startnummer had ik de gewenste tussentijden per 5 kilometer opgeschreven.

5 km: 17:32

10 km: 35:04

15 kilometer: 52:36

De werkelijke tussentijden bezorgen me onderweg een tevreden grijns:

17:36

35:01

52:32

Halverwege kom ik door in 1:13:55”

Het is zwaar – zoals verwacht – maar de tijden zijn goed en het enige dat ik hoef te doen is bij dit groepje blijven. Ergens rond kilometer 25 krijg ik het serieus zwaar. Ik weet nog dat mijn bovenbenen serieus pijn beginnen te doen en dat ik vrees het tempo niet vol te kunnen houden. Dan krijg ik een heel goed idee. De pijn in mijn bovenbenen zitten in mijn lijf, maar ik bén niet mijn lichaam. Ik kan mezelf ook in het lichaam van de kerel voor me zetten, dus dan kan ik maar beter een beetje in de buurt van die loper blijven. 

Mijn lijf vindt dit blijkbaar een bezopen idee, want een paar kilometer later loop ik ineens alleen. Ik probeer mijn denkkracht in te zetten om aan te pikken bij Ralf Nieuwenhuizen die me voorbij komt en die steady naar een tijd onder de 2u30 loopt. Het lukt niet. Versnellen lukt niet. Denken lukt niet. Ik ben overgeleverd aan de volgende stap en het ritme dat ik nu heb.

Ik heb geen benul hoe hard ik loop. Later zie ik dat mijn laatste kilometers 30 seconden langzamer gaan dan mijn gewenste tempo.

Eindtijd 2:33:36” op de marathon, niet onder de 2u30 wél een persoonlijk record

Is het doel gehaald? Stryd voorspelde dat ik onder de 2u30 zou duiken met een vermogen van 286 watt. Ik kon 286 watt niet volhouden en liep niet onder de 2u30. Wel liep ik een persoonlijk record.

Het doel was sowieso al gehaald. Ook als ik géén persoonlijk record had gelopen.

Want na mijn marathon in Rotterdam wilde ik een marathon lopen in een snelle groep. Toen liep ik 42 kilometer in mijn uppie en dacht ik dat het een stuk makkelijker zou zijn als ik in een groep zou lopen. Dus het doel was: zelfde voorbereiding als Rotterdam (check), ietsje lichter in gewicht (check) en dan aanhaken bij een mooie groep tijdens de marathon (check).

Stryd voorspelde dat ik onder de 2u30 zou lopen, dus dat getal kwam in mijn hoofd, in mijn blog en in de podcast. Dan krijg je het gelazer: de tijd neemt de hele boel over. Maar daarmee was dit hele plan echter niet begonnen.

Ik had het experiment uitgevoerd zoals gepland en ik liep keihard, ik ging heel diep en ik was in een schitterende stad. Onderweg stond Eline bij kilometer 11, 15, 26 en 40 voor een dot extra motivatie.

Al met al een dag om door een ringetje te halen.

Na afloop zitten we met een cluppie lopers na te praten in een café. Op de achtergrond speelt Frankrijk tegen Polen. De lijdensweg van Polen lijkt op de lijdensweg van de Nederlanders aan het tafeltje eerder op de dag. Met tapas en biertjes lijken we een doorsnee toeristengroepje. Pas als we opstaan vallen we door de mand en als we met de tred van een pinguïn naar de wc gaan, zie je de helft van het café vreemd opkijken en de andere helft herkenbaar lachen. Iedereen had het zwaar.

Of je nu 2u01 loop zoals de winnaar of 2u33 of 3u00 of 4u33 of 5u15; iedereen ervaart op de marathon een moment dat het ongemakkelijk zwaar is. En wat doe je dan? Grijpt de twijfel (of angst) je bij de keel of omarm je het ongemak en zet je (mentaal) een tandje bij? Dit ongemak is de wonderlijke aantrekkingskracht van de marathon.

De meeste mensen denken: daar heb ik dus geen zin in. 

Marathonlopers denken: waar loop ik de volgende?

Op naar de volgende.

Over de auteur

Ademhaling is mijn favoriete onderwerp. Hardlopen en kou staan gedeeld tweede. Over deze onderwerpen schreef ik 10 boeken en ik leid ademcoaches en koucoaches op. Mijn favoriete ademhalingsoefening is anapana en run-dip-run is mijn favoriete training.

Koen de Jong