Amsterdam Marathon: hoe kan dat?

Zondag was de marathon van Amsterdam.

Het was een verrukkelijke dag.

Op het clubhuis verzamelden meer dan 30 lopers en na afloop was het een zoete inval van blije lopers die de marathon hadden volbracht.

Hoe ging het? was de meest gestelde vraag.

Sommige lopers waren dolblij met hun eerste marathon, andere lopers hadden afgezien en hun doel niet gehaald.

Mijn antwoord was: ik heb heerlijk gelopen, het was genieten. Ik heb ontspannen gelopen en van het publiek genoten.

Na de vraag hoe ging het? volgde vaak een tweede vraag: wat was je tijd?

2:53:56, antwoordde ik.

Na dat antwoord volgde vaak een derde vraag: hoe kan dat?

Al tijdens de marathon genoot ik van het weer, de sfeer, het lopen, de ontspanning en de snelheid. Ook de laatste tien kilometer. In 2019 zette ik alles op alles en liep ik met veel pijn en moeite 2:59:02 en had ik twee weken spierpijn.

Hoe kan het dat ik nu ontspannen 2:53 loop en een dag later geen spierpijn heb?

Vermoedelijk komt mijn progressie (na mijn veertigste) door drie dingen

  1. Loopjaren. Inmiddels zit ik op tien loopjaren en dat heeft een enorm voordeel ten opzichte van het begin. Na mijn eerste marathon in 3:52, liep ik mijn tweede marathon flink sneller (3:27) en mijn derde weer een stuk sneller (3:10). De tweede keer dat je een marathon loopt, heb je toch de eerste marathon in je benen en in je geheugen. Wie na zijn 35ste begint met lopen heeft nog jarenlang voordeel van deze opgebouwde loophistorie. Ik heb geen idee of een loophistorie van 10 jaar veel beter is dan een loophistorie van bijvoorbeeld 7 of 13 jaar, maar ten opzichte van de eerste jaren, heb je enorm voordeel van jaren opgebouwde historie. Spieren, pezen, banden, gewrichten en het brein gedijen goed bij ervaring.
  2. Interval. Vorig jaar liep ik niet op snelheid en in de zomervakantie heb ik heerlijk gefietst en gelopen, maar nauwelijks op snelheid getraind. Eind augustus melde ik me weer trouw iedere dinsdag bij de loopgroep van mijn vriend en trainer Klaas en de gevarieerde intervaltraining van 200 meters tot 1600 meters maakten me razensnel sneller. In het 14 kilometerschema zitten geen intervallen en dat vond ik heerlijk overzichtelijk, maar voor wat winst in snelheid blijken intervaltrainingen voor mij goed te werken.
  3. Herstel. Mijn herstel neem ik nogal serieus. Vier keer per week begin ik de dag met een uur mediteren en verder zit regelmatig in de massagestoel op het clubhuis, onderhoud masseur José Vicente mijn spieren en strijkt Franklin van Doesburg af en toe mijn fascia in de plooi. Daarnaast stap ik drie keer per week in een ijsbad en ga ik regelmatig naar een sauna. Dat is een luxe, maar ook een pluspunt met een creatief beroep en de wens om keihard te lopen. Ook de ademcoachopleiding die ik vorig jaar volgde heeft denk ik goed gedaan. Er zit meer rust in mijn dagen én in mijn systeem. Het is denk ik niet te onderschatten, hoe waardevol dat is voor lopers (en niet-lopers).

Met snelle schoenen en gelletjes heeft het in ieder geval niet te maken: want ik had mijn snelle carbonschoenen niet aan en ik heb ook geen gels genomen afgelopen zondag.

Leeftijd is minder van belang dan leefwijze en loopvreugde is belangrijker dan wilskracht

Ik ben 45. Dat betekent dat ik in een aparte categorie hoor. Voor een categorie die muziek uit zijn tijd, hoort op Radio10 Gold, is het niet eerlijk om het op te nemen tegen jonkies van begin dertig. Toch speelt leeftijd echt niet zo’n grote rol. Bij niemand. Leefwijze speelt een veel grotere rol, dus wie zijn leefwijze omgooit, wordt daarvoor beloond. En ik beleef erg veel plezier aan hard lopen. Dat is ook anders dan lopen op wilskracht. Plezier houd je langer vol dan wilskracht, zeker over een langere periode.

Daarom: ode aan loopvreugde en tot volgend jaar Amsterdam! (nou ja, wat betreft de marathon dan)

Over de auteur

Ademhaling is mijn favoriete onderwerp. Hardlopen en kou staan gedeeld tweede. Over deze onderwerpen schreef ik 10 boeken en ik leid ademcoaches en koucoaches op. Mijn favoriete ademhalingsoefening is anapana en run-dip-run is mijn favoriete training.

Koen de Jong