6 landen, 1629 kilometer, 21620 hoogtemeters: 1 avontuur

De klok slaat vier keer.

Een halfuur geleden fietste ik Saint-Laurent-en-Grandvaux binnen.

Boven de pharmacie hangt een neon-groen kruis met een slang erdoor. Het kruis verspringt naar de datum: 04-08-2020. Dan naar de tijd: 16:01. Dan naar de temperatuur: 34°C.

Op het plein voor de kerk staat een standbeeld van een man die zwaarmoedig kijkt.

De serveerster doet haar mondkapje even omlaag om een bekende drie zoenen te geven.

‘Avez vous un autre Triple d’Anvers?’ vraag ik.

Ik zie ernaar uit om morgen mijn zoon en mijn ex te zien. Mijn fietstrip zit erop.

6 landen.

1629,3 kilometer.

21620 hoogtemeters.

De hoogtemeters begonnen in Limburg (Cauberg, Doodeman) en trokken via de Ardennen (Baraque Michel), Luxemburg en de Vogezen (Ballon d’ Alsace) naar de Alpen (Iseran, Galibier)

Met bepakking en een 39×27 als lichtste verzet had ik me schrap gezet voor zware momenten onderweg.

Maar de tegenslag kwam uit onverwachte hoek.

Veertien dagen geleden trok ik de deur achter me dicht op de Bos en Lommerweg in Amsterdam.

Het enige dat ik zeker wist: eindpunt Col Agnel, bleek onzeker.

Verder zou ik sowieso wel zien.

Een spijkerbroek. Een t-shirt. Een tandenborstel. Een boek. En pen en een notitieboekje. En en een extra setje wielerkleding. Meer had ik niet nodig.

Oh ja, en mijn mobiel, een bankpas en een mondkapje.

Tussen het idee om naar de Alpen te fietsen en de start op 22 juli zat maar twee weken. Even was er twijfel (ik heb dit jaar pas 363 kilometer gefietst) maar snel kreeg enthousiasme voor het avontuur de overhand (moet je doen!).

Dus ik stapte op mijn fiets.

Eerste etappe Eindhoven. Tweede etappe Maastricht. Daarna drie dagen met W.

Toen doken de cols op.

Na drie dagen alleen fietsen, sloot Victor P. aan, voor het grove geweld in de Alpen.

De laatste drie dagen ga ik onverwachts terug naar het Noorden. Naar de Jura. De Galibier is onverwachts het keerpunt.

Want mijn zoon en mijn ex – waar ik naartoe op weg ben – zijn niet meer aan de voet van de Agnel. Al op de tweede dag van hun vakantie belandde mijn zoon in het ziekenhuis. Acht hechtingen. Een diepe wond op zijn knie.

Mijn zoon is een dappere woesteling en hield zich goed. Maar de vakantie kreeg een enorme tik. Niet wandelen. Niet zwemmen. De knie moet rust en mag niet nat worden.

Dus P. (mijn ex) en M. (mijn zoon) verkassen naar een ander plekkie. Waar ook iets anders te doen is dan wandelen of zwemmen.

Het voelt dubbel

Ik geniet van fietsen, cols, gesprekken, vrijheid, NU en lekker eten (volgens Strava heb ik in 1629 kilometer 32.580 kcal verbrand, toch ben ik 1,2 kilo aangekomen).

En mijn zoon en P. zien hun vakantie in duigen vallen.

Het knaagt.

Voor het pechduo kan ik 700 kilometer verderop weinig doen.

Eerder fietste ik drie bekende stadia door. Van Amsterdam tot Maastricht zat mijn denken nog bij plannen, mails, boekideeën en afspraken. Van Maastricht tot Epinal beperkte mijn denken zich tot de tocht: de vorige rit of de volgende (koffie)stop. Van Epinal tot Nyon fiets ik in het NU. Voorbij het denken. Hooguit dacht ik aan de pijn in mijn benen of de vreugde in mijn hoofd.

Maar toen kwam het bericht van mijn zoon.

Welbeschouwd is er niet heel veel aan de hand. Mijn zoon is op zijn knie gevallen, hij is gehecht en hij is in zeer goede, liefdevolle handen.

Toch is het makkelijker om te genieten als je dierbaren óók genieten.

Per app en met een telefoontje wordt de koers gewijzigd. Niet Aiguilles (Hautes-Alpes) maar Saint-Laurent-en-Grandvaux (Jura) wordt het einddoel.

Onderweg vraag ik me af hoe het is voor ouders met chronisch zieke of ongelukkige kinderen. Kun je zelf genieten als je kind ongelukkig is?

‘Voila,’ de serveerster zet een biertje neer en ik neem een slok.

Ik denk terug aan een beklimming een week geleden

De Cormet de Roseland. Het klinkt meer als een goed gerecht, dan als een zware beklimming. Toch is de Cormet de Roseland een pittige klim.

Na acht kilometer is er een meer.

Een schitterend blauw meer. Het lijkt net niet echt.

Als ik het meer zie, maakt mijn hart voor de zoveelste keer een sprongetje.

Ineens dringt tot me door.

Ik ben hierheen gefietst. Vanuit Amsterdam naar dit schitterende meer in de Alpen. Op de fiets. Wow.

‘Jihaaaaaaaa,’ zeg ik hardop.

De biddende roofvogel reageert niet.

In stilte en met een grijns fiets ik naar de top.

Deze dag kan niet meer stuk.

En het wordt nog beter.

In de afdaling van de Roseland knijpt Victor P. in de remmen. Hij ziet een bordje: Refuge. En een weggetje.

Na 2 kilometer kronkelen duikt er midden tussen hoge pieken, rotsen en stromende beekjes een refuge op. Als een verstopt en stil hofje in hartje Jordaan, is de refuge een baken van rust temidden van woeste natuur.

Er is plek.

Er is eten.

En als we geïnstalleerd zijn breekt er een enorm onweer en regen los. Mooi. Intens. Krachtig. We genieten van moeie benen, lekker eten en het warme, droge plekkie.

De serveerster vraagt of ik nog een biertje wil.

Ik schud mijn hoofd en vraag om de rekening.

Dan fiets ik naar mijn wijnvat om te slapen. Nog één nachtje alleen, morgen in de tent met mijn zoon.

Hopelijk is zijn wond genezen en hebben we nog een mooi weekje.

Ik val in een diepe, tevreden slaap.

Over de auteur

Ademhaling is mijn favoriete onderwerp. Hardlopen en kou staan gedeeld tweede. Over deze onderwerpen schreef ik 10 boeken en ik leid ademcoaches en koucoaches op. Mijn favoriete ademhalingsoefening is anapana en run-dip-run is mijn favoriete training.

Koen de Jong