Beste Koen, Maarten & Rob
De afgelopen tijd heb ik met veel plezier het sportrusten programma gevolgd (helaas een blessure, zie eerder berichtje) en ik heb het gevoel dat de intensiteit goed bepaald is en daarom erg benieuwd naar de achterliggende theorie. Hopende dat het geen geheim is en jullie me meer kunnen vertellen.
- Zo ben ik benieuwd naar de theorie van het bepalen van het omslagpunt aan de hand van de HF-max van de veldtest in combinatie met het hoogste tempo wat is gelopen (waarom bij het ene tempo 5 hartslagen lager en bij het andere tempo 2 slagen).
- Verder vind ik het interessant hoe de trainingshartslag bepaald is. Jullie gebruiken hiervoor het omslagpunt en de 10K tijd, maar wat is die relatie.
Bedankt vast voor jullie reactie. Met vriendelijke groet,
Maarten
Theorie trainingsschema
-
Maarten van der Worp
- Berichten: 3
- Lid geworden op: 30 nov 2016, 21:41
-
RunningRob - Sportrusten
- Berichten: 6122
- Lid geworden op: 05 feb 2015, 14:13
Re: Theorie trainingsschema
Hoi Maarten,
Het schema komt uit de koker van Stans van der Poel. Zij is de bedenker van het schema. De kennis wat betreft de hartslagen komen grotendeels uit het boek "De marathon" van Peronet. Dat boek is helaas niet meer verkrijgbaar, misschien op de 2e hand markt.
De relatie is dat je omslagpunt de hartslag is die je gedurende een langere tijd (1 uur of 10km) vol kan houden. Een marathonloper die 2,5 uur doet over een marathon zal dus dichter bij zijn omslagpunt kunnen lopen dan iemand die 5 uur over de marathon doet, immers de topatleet hoeft deze hoge hartslag veel minder lang vol te houden. Vandaar dat behalve je omslagpunt er een tijd in de formule moet zitten en de 10k is een tijd die vrijwel alle aspirant marathonlopers wel gelopen hebben.
Dat snelle lopers een groter getal af moeten trekken dan langzamere heeft er mee te maken dat hoe sneller je wordt, hoe makkelijker het je lukt om over je omslagpunt heen te gaan.
Als je dit gegoochel met cijfers leuk vindt moet je voor je zelf eens je gemiddelde tempo en gemiddelde hartslag eens in een grafiek zetten, met op de ene as je hartslag en de andere je tempo. Dan zul je zien dat als je meerdere trainingen in de grafiek hebt gezet er een min of meer rechte lijn uitkomt. En als je weer een training doet, dan zie je ook aan de positie van het nieuwe punt (zit deze boven of onder de lijn) of je training beter of slechter ging dan de voorgaande trainingen
Met blijde groet,
Rob
Het schema komt uit de koker van Stans van der Poel. Zij is de bedenker van het schema. De kennis wat betreft de hartslagen komen grotendeels uit het boek "De marathon" van Peronet. Dat boek is helaas niet meer verkrijgbaar, misschien op de 2e hand markt.
De relatie is dat je omslagpunt de hartslag is die je gedurende een langere tijd (1 uur of 10km) vol kan houden. Een marathonloper die 2,5 uur doet over een marathon zal dus dichter bij zijn omslagpunt kunnen lopen dan iemand die 5 uur over de marathon doet, immers de topatleet hoeft deze hoge hartslag veel minder lang vol te houden. Vandaar dat behalve je omslagpunt er een tijd in de formule moet zitten en de 10k is een tijd die vrijwel alle aspirant marathonlopers wel gelopen hebben.
Dat snelle lopers een groter getal af moeten trekken dan langzamere heeft er mee te maken dat hoe sneller je wordt, hoe makkelijker het je lukt om over je omslagpunt heen te gaan.
Als je dit gegoochel met cijfers leuk vindt moet je voor je zelf eens je gemiddelde tempo en gemiddelde hartslag eens in een grafiek zetten, met op de ene as je hartslag en de andere je tempo. Dan zul je zien dat als je meerdere trainingen in de grafiek hebt gezet er een min of meer rechte lijn uitkomt. En als je weer een training doet, dan zie je ook aan de positie van het nieuwe punt (zit deze boven of onder de lijn) of je training beter of slechter ging dan de voorgaande trainingen
Met blijde groet,
Rob