Waarom is rust net zo belangrijk als een rondje hardlopen?

Herplaatst: april 2024

Pieter S. overweegt te stoppen met hardlopen.

Hij is moe.

Hij heeft pijntjes.

Hij ziet op tegen trainingen.

Maar S. heeft zich samen met twaalf collega’s ingeschreven voor een halve marathon.

S. stuurt me een mail.

Hij beschrijft zijn loopgeschiedenis (anderhalf jaar geleden begonnen en na een succesvolle 5 kilometer binnen een halfuur, ging hij door naar 10 en 15 kilometer om nu zijn eerste halve marathon te gaan doen) en vraagt om advies.

Ik vraag of hij veel kilometers traint en hoe intensief hij loopt.

S. traint niet overdreven veel en zeker niet overdreven hard.

Toch voelt hij zich na een training vaak moe. En ook op zijn werk kakt hij steeds vaker in.

Eet je veel suiker?  vraag ik.

Ook niet.

Dan vraag ik of hij soms veel last heeft van stress op zijn werk. Nou, niet echt, antwoordt S.

Hij vraagt of hij niet eens langs kan komen voor een rustmeting en een inspanningstest.

Dat kan.

Zijn hartslag, hartslagvariabiliteit en adempatroon geven een verklaring voor zijn vermoeidheid: onrust.

Zittend op een stoel – met een kopje thee en een tijdschrift – is zijn hartslag 74 en zijn ademfrequentie 21.

Door een eenvoudige ademhalingsoefening zakt zijn ademfrequentie van 21 naar 9 en zijn hartslag van 74 naar 62.

Dit voelt goed, zegt hij.

Wil jij weten wat jouw ademfrequentie is?

Ik vraag S. of hij weet waarom zijn ademfrequentie zo hoog is. Dat weet hij wel: stroef huwelijk, druk op werk, explosieve kinderen en ruzie met een collega.

Dan teken ik de supercompensatiecurve (zie filmpje hieronder, nog zonder grijze plukken in mijn baard ;)) voor hem op een papiertje.

De curve laat zien dat de kwaliteit van rust minstens zo belangrijk is als de kwaliteit van een training.

Dus als het herstel van S. minder goed is dan normaal, dan kan hij met dezelfde trainingen ineens minder goed worden en zelfs vermoeidheid opbouwen

Zonde.

S. vraagt of hij dan beter kan stoppen met hardlopen als hij gestressed is. Dat niet, maar het is wel goed om je gewone ritme los te laten en te gaan lopen volgens de 12-minuten-regel. Dat is geen hogere wiskunde en je hebt dan geen dure hartslagmeters nodig. Deze regel moedigt je aan om 12 minuten te lopen als je moe bent en geen puf hebt. Ben je na 12 minuten moe en slap? Dan kun je rechtsomkeert maken naar huis. Maar als je na 12 minuten fit en energiek bent, dan kun je prima doorlopen en een halfuur of langer gaan hardlopen. Simpelweg omdat je op de bank niet weet of je te moe bent om hard te lopen.

Hoe zit dat dan met mijn schema?

S. twijfelt nog. Want hoe zit dat met zijn schema? Hij kan moeilijk de helft van zijn trainingen al na twaalf minuten stoppen. Ik benadruk nog maar eens dat de kwaliteit van de rust minstens zo belangrijk is als de kwaliteit van de training.

Een schema is een handvat, het zijn geen handboeien. Je kunt prima trainingen overslaan, inkorten en verplaatsen.

Enne, goed nieuws voor als het dit jaar écht niet lukt: volgend jaar is er weer een halve marathon.

Over de auteur

Sinds 2014 loop ik liever hard, dan dat ik op een racefiets zit. En dat zegt wat. Mijn boek De Hardlooprevolutie - dat ik schreef met Stans van der Poel over haar ontdekkingen - is meer dan tien keer herdrukt en ook in het Engels verschenen. Het schema waarbij je niet meer dan 14 kilometer traint in aanloop naar een marathon is voor veel lopers een uitkomst. Zelf ik 7 marathons met het schema. De snelste? 2:42:41! Naast marathons ben ik ook fan van run-dip-run, figuren lopen en gekke avonturen beleven. Samen met Klaas schreef ik 12 Ongewone beproevingen voor hardlopers, mijn lievelingsboek over hardlopen.

Koen de Jong