5 non-fictie boeken die mijn leven veranderden

In het eerste halfjaar van 2024 heb ik 17 boeken gelezen. Dat weet ik zo precies, omdat ik in een schriftje opschrijf welke boeken ik lees.

Ik zit blijkbaar in een Haruki Murakami periode. Zes van de zeventien boeken zijn van deze Japanse schrijver, zijn nieuwste De stad en zijn onvaste muren, is weer verrukkelijk en 1Q84 blijft het herlezen waard.

Ook is het er (eindelijk) van gekomen om Moby Dick te lezen (aanrader) en Erfgrond van Maria Turtschaninoff is een verrukkelijk boek voor mensen die hebben genoten van Daar waar de rivierkreeften zingen. Er zitten maar twee non-fictie boeken in het rijtje. Helende kou van Ewout Staartjes en Ali van Jonathan Eig.

Van fictie heb ik het gevoel evenveel te leren over gedrag en psyche dan van non-fictie. Toch is het bij non-fictie makkelijker om de vinger te leggen op hetgeen je leert.

De afgelopen vijfentwintig jaar heb ik meer dan 250 non-fictie-boeken gelezen.

Over ademhaling, training, mediteren, vroeg opstaan, psychologie, rijk worden, periodiek vasten, schrijven, kou en biografieën van types als Keith Richards, Paul Simon en Roald Dahl.

Van elk boek leer ik wel wat. Soms wat meer, soms wat minder. Soms met plezier, soms is het zoeken naar een rake zin of een klein inzicht.

Dit boek is life-changing! staat er geregeld op de achterflap.

Meestal valt het wel mee, hoe levensveranderend een boek is. Maar eerder beschreef ik al vijf boeken die mijn leven veranderd hebben.

5 boeken die mijn leven veranderden

1. De belangrijkste: Het leven als kunst met Vipassana meditatie

Van alle boeken is Het leven als kunst met Vipassana meditatie van William Hart de belangrijkste. De schijfstijl van Hart is een tikkie stijf en bij sommige passages werd het me zwaar te moede. Op pagina 58 staat bijvoorbeeld wel acht keer het woord lijden. Daar legt Hart uit dat ons leven onvolmaakt, onvolledig en onbevredigend is en dat de meeste dingen die we doen om gelukkig te worden vooral een vermenigvuldiging is van ons lijden. Maar als hij de wortel van het probleem en het wiel van lijden heeft uitgelegd, komt hij bij een oplossing: anapana-sati. Het is de ademhalingsoefening die ik sinds 2005 het meest heb gedaan en die me veel brengt. Je observeert je ademhaling in de denkbeeldige driehoek tussen je ogen en boven je bovenlip. Het gebied van je neus. De uitleg van Hart over de ademhalingsoefening waarmee je gelijkmoedigheid en concentratie oefent, enkel door met aandacht bij je ademhaling te blijven, fascineert me enorm. Het is eigenlijk geen ademhalingsoefening, maar een oefening in opmerkzaamheid. Door dit boek heb ik uiteindelijk 7 keer een tiendaagse meditatiecursus gedaan én dat is de kiem geweest van mijn nieuwe leven als schrijver en de kiem van sportrusten.nl. Nog steeds doe ik 6 dagen per week anapana en ik vermoed dat ik er tot mijn 100ste mee doorga. Bedankt William Hart!

2. De eerste (die ik las): Je ongekende vermogens

Op mijn zeventiende las ik Je ongekende vermogens van Anthony Robbins. Dat vond ik een openbaring. Op school begreep ik weinig van het nut van geschiedenis, Frans, Duits, Wiskunde en Economie. Geen leraar legde uit waarom we moesten leren wat we moesten leren en het nut van aus, bei, mit, nach, seit, von, zu ontging me. Ik had geen plannen om te emigreren naar Duitsland. Toen ik Je ongekende vermogens had gelezen, vond ik geschiedenis ineens interessanter dan toepen in de kantine. Robbins beschreef onder andere hoe je ogen staan bij herinnering. Kijk je naar linksboven dan herinner je iets wat je eerder gezien hebt en kijk je naar rechtsboven, dan construeer je een denkbeeld. Dat vond ik interessant, om te zien of mijn geschiedenisleraar bij antwoorden op vragen ter plekke wat bedacht of dat hij zich iets herinnerde. Ook in gesprekken met klasgenoten maakte ik er een sport van om erachter te komen of iemand visueel, auditief of kinesthetisch was ingesteld. Nu – zevenentwintig jaar later – staat me vooral bij dat ik het geruststellend vond om te weten dat er naast ongekende vermogens ook nog een hoop onbekende kennis was en boeken van enthousiasmerende, interessante types. Dank Robbins!

3. Het boek dat mijn werkweek het meest beïnvloedt: Een werkweek van 4 uur

Een werkweek van 4 uur hoort ook in het rijtje thuis. Timothy Ferris beschrijft in dat boek hoe je naar een werkweek van 4 uur kunt toewerken. Mijn onderbuik vond het al langer een vreemde gewoonte om 8 uur per dag te werken of om te proberen zoveel mogelijk gedaan te krijgen in een (werk)dag. Als ik ’s ochtends bedacht wat ik wilde doen; een blog schrijven, mijn mail beantwoorden en een nieuwsbrief sturen naar 40.000 mensen, dan leek het me vreemd om met tijd bezig te zijn. Met focus en inspiratie kan ik dat in 3 uur doen. Moet ik dan nog 5 uur wat anders doen om maar te werken? Of moet ik mijn blog eindeloos aanpassen en rondjes draaien in Gmail en op LinkedIn om 8 uur vol te maken? Door het boek van Ferris heb ik het hele idee van een werkweek en werkuren aan de kant geschoven. Ik wil ieder jaar een boek schrijven, 40 nieuwe blogs en twee nieuwe online-programma’s maken per jaar. En iedere maand een webinar geven over ademhaling, periodiek vasten, mediteren, koud douchen of hardlopen. Hoe mijn werkdag eruit ziet, maakt niet zoveel uit, zolang ik maar schrijf, loop, mediteer en om de dag in het ijsbad stap.

4. Het boek dat me een tatoeage bezorgde (en schrijfplezier): Big Magic

Over schrijven heb ik tig boeken gelezen. Hoe schrijf je een dialoog? Hoe maak je een roman van een kort verhaal? Tips bij non-fictie. Het boek dat me het belangrijkste leerde, heeft echter geen schrijftips: Big Magic van Elisabeth Gilbert is een vurig pleidooi voor creativiteit en het schrijven zelf. Doel van het schrijven is niet om lezers te vinden of een boek af te ronden. Doel van het schrijven zit hem – net als met hardlopen en lekkere koffie drinken – in het moment zelf. Na haar grootste succes Eat, Pray, Love kreeg Gilbert de vraag of ze het moeilijk vond om weer te schrijven. Ze begreep de vraag niet. Een nieuw boek had niet als doel om haar vorige boek te overtreffen, maar simpelweg opnieuw te schrijven. Om haar boodschap niet te vergeten liet ik een boek met een pen op mijn arm tatoeëren. Zo vergeet ik het niet: lekker blijven schrijven!

5. De eerste (die ik zelf schreef): Verademing

Op mijn dertigste schreef ik mijn eerste boek: Verademing. Ik vroeg aan Bram Bakker – psychiater, auteur van verschillende boeken en promovendus op het gebied van hyperventilatie – of hij een boek wilde schrijven. Een boek over ademhaling waar de woorden yoga, mindfulness en meditatie niet in voorkwamen. Daar leek me behoefte aan. De reactie van Bram: doe het zelf, jij weet toch alles van ademhaling. Ik had nooit een boek geschreven, dus schreven we het samen. Het bleek de aftrap van sportrusten.nl en jarenlang onderzoek naar ademhaling, hardlopen, kou en mediteren. In september komt mijn 10de boek uit en ik ben dolblij dat het allemaal is gelopen zoals het gelopen is.

Wat is jouw favoriete non-fictie-boek?

Over de auteur

Als wielrenner leerde ik van Stans van der Poel in 1999 dat mijn herstel net zo belangrijk was als mijn training. Toen ben ik begonnen met ademhalingsoefeningen. Sindsdien ben ik fan en heb ik verschillende opleidingen gevolgd. Mijn eerste boek Verademing schreef ik met Bram Bakker en gaat helemaal over ademhaling. Van dat boek zijn meer dan 50.000 exemplaren verkocht. In 2024 heb ik een ademcoachopleiding ontwikkeld met 7 verschillende oefeningen, zodat trainers en coaches ook met ademhalingsoefeningen kunnen werken.

Koen de Jong